Mbo-student Thomas deed vrijwilligerswerk op Curaçao met steun van VSBfonds
Thomas Minnema studeert aan Firda binnen het vakgebied zorg, welzijn en uiterlijk. Hij koos als stage voor tien weken vrijwilligerswerk in de ouderenzorg op Curaçao. Hij kreeg daarvoor een beurs van VSBfonds.
Wat heb je in Curaçao gedaan?
‘Ik werkte bij een zorglocatie, op een palliatieve afdeling met 27 ouderen met verschillende ziektebeelden: dementie, diabetes, hypertensie, slikproblematiek maar ook zorgvragers met het syndroom van Down. Ze worden verzorgd door de zusters die er werkten. Ik bouwde een goede band op met deze collega’s De meesten spraken Papiamento, Spaans en Portugees. Verbaal communiceren was dan lastig, maar dat ging beter door woordjes te leren van elkaar.’
Waarom koos je voor vrijwilligerswerk in de ouderenzorg?
‘Ik wilde het cultuurverschil in de zorg leren kennen ten opzichte van Nederland. En hoe het is om met minder financiële middelen toch goede zorg te leveren. Ook verschillen daarbuiten wilde ik ontdekken. Het eten, de omgang met elkaar, sociale voorzieningen en het milieu. Ook moest ik leren een netwerk op te bouwen, mezelf sociaal op te stellen en zelfstandig belangrijke dingen te regelen. Ik kwam namelijk alleen naar een onbekend land waar ik voor het eerst op mezelf woonde. Al de ervaring die ik heb opgedaan, zal ik mijn hele leven bij me dragen. Ik heb mezelf in het diepe gegooid en ben met veel kennis en nieuwe indrukken teruggekomen.
Wat heb je allemaal meegemaakt?
‘Ik kwam thuis bij een collega over de vloer. Daar heb ik regelmatig heerlijk gegeten en het was heel gezellig. Ook ging ik met een collega mee speervissen. Ik had nog nooit zoiets stoers gedaan. Ik zwom tussen de tropische vissen en het koraal. Van de rode snapper die we vingen, maakten we op het werk soep voor collega's en bewoners. Ook de familiedag voor zorgvragers was bijzonder. Er wordt gegeten, gedronken en ook de mensen zelf schoven aan. Er werd ook gevoetbald en er werden spelletjes gedaan. Ik had zelf twee hersentrainingsspelletjes gekocht en geschonken. Ik speelde met een blinde vrouw een spel waarbij je blokjes moest voelen en op de juiste plaats neer moest zetten. Ze bleek er heel goed in te zijn en genoot van de persoonlijke aandacht omdat ze niet altijd met activiteiten mee kan doen. Met een paar andere mannen speelde ik een dobbelspel, ook dat was heel leuk. Ik werd daarna tijdens zorgmomenten steeds vaker gevraagd om spelletjes te spelen. Ook gingen we met een groep bewoners en collega's naar een plaatselijk winkelcentrum om te luisteren naar muziek en om samen dansen.’
Hoe neem je deze unieke ervaring mee terug in je werk en leven?
‘Ik hoop dat ik de kennis die ik heb opgedaan kan toepassen in mijn toekomstige droombaan: ambulancechauffeur. En mijn stijl als verpleegkundige zorg is door mijn ervaringen ook veranderd. Ik ben rustiger, flexibeler in de omgang en heb mijn werktempo opgekrikt. Ook heb ik een leukere band met mijn collega’s in Nederland, de waarde daarvan heb ik geleerd in Curaçao. Ook heb ik ontdekt hoe fijn het is om samen muziek te luisteren, even de heupen te bewegen en je favoriete lekkernij te delen. Dat geef ik graag aan anderen door.’
Waarom denk je dat VSBfonds jou een beurs heeft gegeven?
‘Ik had een groot en duidelijk buitenlandplan gemaakt en heb dat enthousiast gepresenteerd. Daarmee heb ik laten zien echt een doel voor ogen te hebben. En ook mijn passie om voor mensen te zorgen en mijn motivatie om mij als zorgverlener te ontwikkelen. Ook een andere cultuur willen ontdekken, sprak denk ik aan.’
Wat wil je na deze stage gaan doen qua studie en werk?
‘Na Curaçao ben ik begonnen met mijn vier maanden stage op een revalidatieafdeling. Als ik klaar ben met mijn opleiding, wil ik mijn droombaan te verwezenlijken. Ik wil graag ambulancechauffeur worden. Ook collega’s op Curaçao vonden dat goed bij mij passen. Later op de ambulance kom je allemaal verschillende mensen tegen uit verschillende culturen. We hebben hier in Nederland een multiculturele samenleving dus alle kennis en ervaring die ik heb opgedaan in de Antilliaanse cultuur kan ik later goed gebruiken.’