De Huiskamer: ontmoetingsplek voor kwetsbare vluchtelingen in Eindhoven
‘Iedereen heeft recht op een menswaardig bestaan’. Vanuit die gedachte begon Sjaak Huijser al in 2000 met de opvang van vluchtelingen zonder status. Zijn idee groeide uit tot Stichting De Huiskamer, een ontmoetingsplek in hartje Eindhoven waar dagelijks zo’n vijftig vluchtelingen ontspannen, leren en samenkomen.
‘Als student was ik eenzaam, ik hoorde er niet bij’, begint de nu 80-jarige Huijser zijn verhaal. ‘Om die reden heb ik lang in een commune gewoond. Maar vluchtelingen hebben die eenzaamheid nog honderd keer sterker. Ze zijn ontheemd, slapen in de nachtopvang of op straat. En overdag zwerven ze wat rond.’ In 2000 - toen hij minder ging werken - begon hij met de opvang van vluchtelingen en huisvesting van studenten in twee jongerenhuizen.
Onder de radar
‘Maar we wilden meer vluchtelingen bereiken’, vertelt hij. ‘Daarvoor hadden we een grotere ruimte nodig. Ik heb het eens doorgerekend, maar alleen al in Eindhoven moeten zo’n driehonderd vluchtelingen zonder status zijn. Het zijn veelal mensen die in een AZC hebben gezeten en waarvan het eerste asielverzoek is afgewezen. Ze zitten in de tweede procedure, maar mogen dan niet meer in het AZC verblijven. De procedures kunnen soms wel twintig jaar duren. Al die tijd leven ze onder de radar. De overheid laat deze mensen aan hun lot over. Ze mogen bijvoorbeeld niet naar cursussen die de overheid aanbiedt, om de taal of een vak te leren. Stel dat ze in tweede instantie wel mogen blijven, dan hebben ze een enorme achterstand. Wij bieden die cursussen wel.’
Donaties
De Huiskamer opende zes jaar geleden. Het gebouw in het centrum van de stad was van een woningcorporatie, maar stond al enige tijd leeg. ‘Twee etages heeft het, zegt Sjaak. ‘Met een bar en een keuken, een atelier, een kapsalon, een kledingwinkeltje, een sportzaal en lesruimtes.’ De gemeente betaalt de helft van de huur, de andere helft wordt betaald uit donaties. ‘We krijgen die subsidie van de gemeente omdat we vluchtelingen zonder status opvangen. Daarmee helpen we de gemeente ook. Anders zouden deze mensen op straat lopen.’ Met donaties van het VSBfonds werd onder andere de sportruimte opgeknapt. ‘VSBfonds is al een jaar of vier een belangrijke donateur’, zegt Sjaak Huijser. ‘De Huiskamer heeft de subsidies hard nodig. We zijn met ons verhaal naar VSBfonds in Tilburg geweest, want zij gaan niet over één nacht ijs. We hebben De Huiskamer daar uitgelegd. Zij zijn vooral enthousiast over de verbinding die wij leggen tussen vluchtelingen en buurtbewoners.’
‘We leggen de verbinding tussen vluchtelingen
en buurtbewoners, waardoor twee werelden samenkomen’
Activiteitenprogramma
‘De meeste vluchtelingen die De Huiskamer bezoeken komen uit Afrikaanse landen. 95 procent is man. Er zitten mensen uit de LHBTI-gemeenschap bij. Mensen die hun land moeten ontvluchten om wie ze zijn’, zegt activiteitenbegeleider Claudia Klotz. Ze vertelt dat ze zelf, als klein meisje, een vriendinnetje had in het AZC in Grave. Daar is het vuurtje gaan branden. Later ging ze als maatschappelijk begeleider op vrijwillige basis aan de slag bij Vluchtelingenwerk en zag ze hoe de rust terugkeerde als mensen zich veilig voelden. Bij De Huiskamer is ze een van de betaalde krachten. Ze werkt er als zzp’er drie dagen in de week.
25 vrijwilligers
Bij de Huiskamer werken zo’n 25 vrijwilligers, Eindhovenaren, buurtgenoten en ook stagiaires van allerlei verschillende opleidingen en niveaus. Van gastvrouwen tot leraren en zelfs een chef-kok. Ze geven Nederlandse les, koken samen met de vluchtelingen, geven naailessen, lessen in kledingontwerp, fotografie en - op een andere locatie in de stad - fietsreparaties. Zes keer per jaar komen traumapsychologen langs. Want wie huis en haard verlaat, heeft psychisch veel te verwerken. ‘Ons eerste gesprek met de vluchtelingen gaat daarom niet over hun vluchtverhaal’, zegt Claudia. ‘We vragen wat ze deden in hun thuisland, wat ze leuk vinden. De mannen willen graag een vak leren. We bieden ze perspectief.’
Eten met buurtgenoten
‘In het begin was de buurt wat angstig’, vertelt zij. ‘Maar voorzichtig zie je nu steeds meer buurtbewoners binnendruppelen. Ze komen een kopje koffie drinken, een praatje maken of meehelpen. We brengen twee werelden samen. In coronatijd hebben we gekookt voor buurtbewoners. En nog steeds komen elke vrijdag buurgenoten bij ons eten. We hebben een buitenbioscoop georganiseerd, samen met een barbecue. Er wordt kleding versteld van mensen uit de buurt. Er ontstaat steeds meer verbinding en begrip.’
Aedil: ‘De Huiskamer is een fijne plek waar ik terecht kan, ik ontmoet er andere mensen die in dezelfde situatie zitten en ik kan in de Huiskamer terecht met mijn vragen. Ik voel er me er veilig.’
Dick: ‘Elke dag open ik als vrijwilliger de Huiskamer om acht uur en zorg dat de ICT opgestart is. Ik zorg voor het aquarium, pak klusjes op en een keer per maand kook ik op zaterdag mee. Het fietsproject zit op een andere locatie. Ook daar kom ik regelmatig en geef ik de laslessen.’