Nummer 2 - Zomer 2024
uit de kunst

'Elk alledaags object is kunst, als je er maar een verhaal aan toevoegt'

Het Museum voor Onbedoelde Kunst (MOK) zorgt ervoor dat gewone objecten op straat kunst worden. Door, zoals oprichter en directeur Willem Dieleman uitlegt, er een verhaal aan toe te voegen en het te cureren. Het begon tien jaar geleden met twee regenpijpen in zijn eigen wijk. Inmiddels heeft het MOK flink wat collecties opgebouwd, trekt het steeds meer Nederlandse wijken binnen en wil het met name de betrokkenheid en bevlogenheid van buurtbewoners, hun eigen fantasie en verhalen én hun onderlinge verbinding aanwakkeren.

‘Ik ben altijd al een beetje dwars geweest’, vertelt Willem Dieleman. ‘Ik heb Nederlands gestudeerd maar wilde absoluut geen leraar worden. Ik zette me altijd af van wat in een bepaalde omgeving de norm was. Dan ging ik als punk gekleed en met hanenkam naar hockeyfeesten. Op punkfeesten zag ik er dan juist weer uit als een kakker. Gaandeweg ontstond de drive om dat anders denken en doen en die op het oog niet serieuze kant te combineren met activiteiten met maatschappelijke impact. Door alledaagse objecten die je buiten overal aantreft te verheffen tot kunst.’

Museummuren binnenstebuiten keren
Het MOK keert volgens Willem als het ware de museummuren binnenstebuiten en creëert daarmee het grootste museum ter wereld. ‘Alles kan namelijk kunst zijn, als je er maar een verhaal aan toevoegt. Die gedachte is overigens niet nieuw. Het was de kunstenaar Duchamp die in 1917 als een van de eersten een alledaags voorwerp - een industrieel ontworpen urinoir - presenteerde als kunstwerk.’

‘Alledaagse objecten die je buiten overal aantreft, verheffen we samen tot kunst.’

Eerst wat onwennig
Deelnemers die meedoen aan een van de vele tours die het MOK organiseert in het land zijn vaak eerst wat verward, voelen zich onwennig of reageren lacherig. ‘Dan staan ze ineens bij een blinde muur waar een roestig pijpje langsloopt of kijken ze met hun groepje naar een op het oog onbeduidende steen’, schetst Willem. ‘Een begeleider begint daar dan ineens een kunstzinnig verhaal over te vertellen. En we vragen ze onderweg ook zelf onbedoelde kunstwerken aan te wijzen en er een verhaal bij te bedenken.’

Andere manier van kijken
Het maakt volgens Willem dat mensen op een andere manier naar dingen gaan kijken. ‘En ze komen langzaam maar zeker met hun eigen verhalen, geïnspireerd op een onbedoeld kunstwerk. We vragen mensen ook of ze zo’n kunstwerk willen cureren, dus er verantwoordelijkheid voor willen nemen en het ontstane verhaal erover willen verspreiden. Wij sturen hen bijvoorbeeld een echt musuembordje met informatie over het kunstwerk op, dat ze erbij kunnen hangen. Waarmee het ook een van de kunstwerken binnen onze collecties is geworden.’

Spontane, inspirerende verhalen
Buurtbewoners met allerlei achtergronden; een groep dames uit de Rotterdamse Afrikanerwijk, daklozen uit Amsterdam of een schoolklas met jonge kinderen, de deelnemers komen uit alle hoeken van de samenleving. ‘Daardoor ontdekken mensen ook dat kunst niet alleen iets is voor de culturele elite, maar van en voor iedereen. Want iedereen heeft fantasie of een verhaal en kan zich daarmee vereenzelvigen met een kunstwerk. Of dat nu in een museum hangt of op straat. Vaak ontstaat de discussie over wat kunst eigenlijk is, wat het met je kan doen. En het allermooiste is als wijkbewoners ineens spontaan een eigen verhaal of boodschap gaan vertellen. Daarmee plaatsen zij zichzelf even op een voetstuk. Het kan iets persoonlijks zijn, of een verhaal over hun wijk of een maatschappelijk probleem. Maar ze kunnen het ook gewoon als creatieve uitlaatklep gebruiken.’

‘We willen wijkbewoners waardevolle verhalen ontlokken, ontmoetingen creëren en mensen met elkaar en met hun buurt in verbinding brengen.’

Alles in een museale context
Het delen, het open en kwetsbaar durven zijn maakt óók dat anderen weer geïnspireerd raken. ‘Bovendien leren mensen elkaar ineens beter kennen en raken ze ook verbonden omdat ze samen een onbedoeld kunstwerk omarmen. Daarmee heeft een op het oog onbeduidend object ineens maatschappelijke impact. Bovendien dragen ze vaak ook zelf spontaan steeds weer nieuwe onbedoelde kunstwerken bij ons aan. Waardoor de collectie groeit. De kracht zit ‘m in het feit dat we alles in een museale context plaatsen, we zijn een écht museum. Het mooiste voorbeeld was dat iemand ooit een bord ‘under construction’ zag hangen. ‘Oh, kijk’, was haar reactie. ‘Hier hangt normaal een kunstwerk dat op dit moment wordt gerestaureerd.’

Lokaal eigenaarschap én verbondenheid
VSBfonds ondersteunde het MOK eerder met een donatie. ‘Maar VSBfonds heeft ons ook geïnspireerd. Op basis van gesprekken met het fonds willen we binnenkort in vijf steden verspreid over het land nog sterker de verbinding met wijkbewoners aangaan. Juist omdat er in sommige wijken het beeld heerst dat er in hun straat of buurt toch niks bijzonders is te zien en te beleven. Met onze formule willen we juist in die wijken mensen waardevolle verhalen ontlokken, ontmoetingen creëren en mensen met elkaar en met hun buurt in verbinding brengen. We gaan daarvoor op zoek naar buurtbewoners die al een zekere rol of kartrekkersfunctie hebben. Zij worden dan museumdirecteur of hoofdsuppoost en wij hopen dat het eigenaarschap zich dan als een olievlek in de buurt verspreidt. We gaan daarbij samenwerken met onder andere lokale kunstenaars en maatschappelijke en culturele organisaties. Het wordt een nieuwe stap waarmee we onze maatschappelijke impact in Nederland verder willen vergroten.’

www.hetmok.nl