Joep studeert in Spanje en Mexico met steun van VSBfonds
Joep Steinbusch (21) doet sinds vorig jaar september zijn master Latijns-Amerika studies in het Spaanse Salamanca. Zijn thesis gaat hij waarschijnlijk schrijven in Mexico. Joep kreeg van VSBfonds een internationale studiebeurs.
Kijk mee met Joep in Salamanca!
Ha Joep, wat studeer je?
Ik doe een master Latijns-Amerika studies in de Spaanse stad Salamanca. Daarvoor studeerde ik Spaanse Taal en Cultuur aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.’
Hoever ben je met je studie?
‘Ik ben afgelopen september begonnen en deze master duurt anderhalf jaar. Het eerste jaar bestaat uit colleges hier in Salamanca, het laatste halfjaar schrijf ik mijn thesis. Daarvoor wordt verwacht dat ik veldwerk in Latijns-Amerika ga doen. Ik ga daarvoor waarschijnlijk naar Tijuana in Mexico!’
Waarom deze studie? En waarom in het buitenland?
‘Tijdens mijn bachelor had ik een buitenlandverblijf in Guanajuato in Mexico gepland. Maar dat kon vanwege corona niet doorgaan. Ik wilde nog steeds wel een tijdje in het buitenland studeren, vooral om de Spaanse taal echt goed te leren beheersen. Toen ben ik opzoek gegaan naar masters in Spanje en kwam ik hier op uit. Deze master is ook in Nederland te volgen. Maar een groot voordeel van de master hier in Spanje is dat hij binnen de Faculteit der Rechten valt. Daarmee is het wel echt een waardevolle aanvulling op de kennis die ik al eerder heb opgedaan.’
Hoe ontdekte je dat je bij VSBfonds een beurs kon aanvragen?
‘Via de sociale media van mijn universiteit.’
En waarom denk jij dat aan jou de beurs is toegekend?
‘Ik denk omdat ik goed voor ogen had waarom ik deze master in het buitenland wilde gaan doen. Ik wil namelijk aan het werk in de wereld van migratie. Daarbij had ik voor en tijdens mijn bachelor al veel gedaan met migranten buiten mijn studie. Ook uit ander vrijwilligerswerk blijkt mijn betrokkenheid bij mijn omgeving. Wat denk ik ook geholpen heeft: ik was erg enthousiast over mijn plannen!’
Vertel eens iets over je universiteit?
‘Ik studeer aan de Universidad de Salamanca. Wel achthonderd jaar oud en daarmee een van de oudste universiteiten van Europa. Veel universiteitsgebouwen stammen nog uit die tijd. Mijn instituut, het Instituto de Iberoamérica, zit in een van de oudste gebouwen van de stad. Dat maakt hier studeren nog specialer.’
Wat vind je leuk aan je studie?
‘Het is echt een waardevolle aanvulling op de kennis van mijn bachelor. De master zelf is heel breed, met veel economische, juridische en politicologische vakken. Latijns-Amerika is natuurlijk een heel groot gebied en de vakken gaan dan vooral ook over algemene fenomenen en theorieën. Bijna elk vak sluit ik af met een essay. Daarbinnen krijg je de ruimte om je algemene kennis toe te passen op een specifiek land. Ook zitten we dit jaar met 21 nationaliteiten in de klas, waarvan de meerderheid uit Latijns-Amerika komt. Dat maakt deze master nog interessanter en leerzamer.’
Hoe ziet je leven in Salamanca eruit?
‘Ik woon hier in een studentenhuis met drie andere jongens. Twee Spanjaarden en een Brit. Iedereen hier in huis praat Spaans. Salamanca is echt een studentenstad, dus er is altijd genoeg te doen. Het ritme hier is anders dan in Nederland. Ik heb meestal ’s ochtends van negen tot twaalf en ’s avonds van zes tot negen college. Tussendoor is er siësta, waarin ik meestal even naar de bieb ga en tijd neem voor m’n lunch. Achter de kathedraal van Salamanca zit een klein parkje verstopt. Als ’s middags de zon schijnt, ga ik daar vaak even heen om een boek te lezen. ’s Avonds eet ik pas laat. Uit eten is hier nauwelijks duurder dan zelf koken. Verder doe ik leuke dingen met vrienden. Naar de bios, een terras of een feestje. Ik heb ook al reisjes gemaakt naar andere plekken, zoals Porto en Madrid. Maar mijn hoogtepunt toch echt mijn wekelijkse bachata-les.’
Keer je na je studie terug naar Nederland?
‘Ja, om te werken. Het liefst binnen de migratie. Bijvoorbeeld bij de IND of Vluchtelingenwerk.’
Wat neem je mee terug?
‘Heel veel kennis over Latijns-Amerika en veel fijne contacten over de hele wereld. Buiten de colleges heb ik ook heel veel geleerd van vrienden hier die niet uit Nederland komen. Niet alleen over hun cultuur, maar ook over hoe zij over Nederland denken.’